Je hebt de perfecte verrekijker gevonden en geniet van het van dichterbij bekijken van bijvoorbeeld vogels, natuur of vliegtuigen. Misschien vraag je je echter af hoe de verrekijker werkt. Om dat te begrijpen moeten we de natuurkunde induiken.
Een verrekijker werkt eigenlijk niet anders dan je bril of een vergrootglas. Licht dat door een materiaal als water of glas gaat buigt namelijk af. Dat noemen we refractie in de natuurkunde. Hierdoor zie je objecten scherper, of groter.
Een verrekijker zit alleen wel even wat complexer in elkaar dan je bril of vergrootglas. De verrekijker is opgebouwd uit verschillende lenzen. Hieronder zullen we je het proberen uit te leggen:
Om goed door een verrekijker te kunnen kijken, moet je deze afstellen. Dat doe je allereerst door de doppen voor op de ogen op de juiste hoogte te draaien. Een brildrager zal bijvoorbeeld de doppen indraaien en een persoon zonder bril zal de doppen juist uitdraaien.
Daarnaast zul je de breedte van de verrekijker moeten instellen voor jouw ogen. Als je ogen dichter of juist verder uit elkaar staan, kun je de verrekijker hierop aanpassen, zodat deze altijd perfect zicht biedt. Je zult daarnaast ook de scherpte per oog moeten instellen. Sluit daarbij steeds één oog en stel de verrekijker in met de daarvoor bestemde draaiknop. Op die manier zal het beeld het beste zijn ten opzichte van instellen met twee ogen open.