Slowcooker beginnersfouten

De eerste beginnersfout waar we je voor willen behoeden is eigenlijk contra-intuïtief, namelijk dat je geen duur vlees hoeft te kopen om in de slowcooker te doen. De slowcooker maakt zelfs het taaiste, en daarmee vaak ook het goedkoopste vlees, heerlijk mals.

Je kunt daarom het extra lekkere, duurdere vlees eigenlijk beter gebruiken als je een maaltijd mooi op wilt dienen, bijvoorbeeld als je gasten hebt. Als je puur en alleen voor jezelf een eenpansgerecht in de slowcooker bereid, volstaat een meer standaard stukje vlees.

Je kunt bij het koken je vlees dus eigenlijk gewoon verdelen volgens deze logica: goedkoop vlees gaat in de slowcooker, duur vlees in de pan.

Over vlees gesproken: een andere beginnersfout die we vaak zien, is het gebruik van rauw vlees in de slowcooker. Dit zouden we je zeker af willen raden. Beter kun je het vlees even in de braadpan aanbraden of in de koekenpan bakken. Ook in veel recepten voor de slowcooker zul je deze tip zien staan.

De voordelen van het vlees vooraf even aan te braden zijn meervoudig: het vlees krijgt er namelijk niet alleen een mooi kleurtje van, maar ook veel meer smaak. Kortom: je kunt het beste je kip of biefstuk even in de pan leggen voordat deze in de slowcooker gaat. Het koken lijkt daarmee iets langer te gaan duren, maar uiteindelijk win je die verloren tijd dubbel en dwars terug.

Een slowcooker kan je vergelijken met een oven. Misschien heb je daarin wel eens een cake gebakken, en kon je halverwege de verleiding niet weerstaan om te kijken hoe het ervoor stond. Je opende de deur van de oven en… de hele cake is ingezakt. In zo’n geval is de warmte aan de oven ontsnapt.

De deur van een oven openen is eigenlijk net zo’n slecht idee als het deksel openen van een slowcooker. Het werkt bij het koken met een slowcooker namelijk hetzelfde: de warmte wordt bij het openen van het deksel aan de slowcooker onttrokken.

Elke keer als je toch de deksel opent van de slowcooker, moet je dan ook een half uurtje minuten bij de bereidingstijd optellen. Als je constant het deksel optilt, kan dit een tijdrovende bedoeling worden.

Let op: vooral aan het begin van het slowcooken is het beter het apparaat niet te openen. Het duurt namelijk even voordat de slowcooker de juiste temperatuur heeft bereikt. Steeds als je de deksel opent, gaat de kooktijd behoorlijk de hoogte in. Vermijd dus deze verleiding, en vertrouw op de functionaliteit van je slowcooker.

Bij het koken gebruik je waarschijnlijk een bepaald recept. Misschien uit een kookboek, misschien een overgeleverd familiegeheim. Je kent nu de juiste ingrediënten, kruiden, vlees en groenten, en vooral ook de juiste hoeveelheden.

Als je met een slowcooker gaat koken, houd je dan aan deze recepten, zeker als het om de hoeveelheden van de ingrediënten gaat. Slowcooker recepten die uitgaan van een slowcooker van bijvoorbeeld 3,5 liter, zijn niet zomaar te bereiden in een slowcooker van 6,5 liter. De kleine hoeveelheid is in een grote slowcooker namelijk veel sneller klaar.

Andersom werkt het principe ook; een recept voor een grote slowcooker past niet zomaar in een kleine slowcooker. Het eten is dan na de aanbevolen bereidingstijd nog niet gaar of, erger nog; je slowcooker stroomt over. Als richtlijn kun je hierbij aanhouden dat je slowcooker voor de helft of maximaal tot driekwart gevuld mag zijn.

Net als met de tip van het dure vlees, is het niet nodig om verse kruiden aan je gerecht in de slowcooker toe te voegen. Verse kruiden verdwijnen namelijk als het ware in je gerecht, waardoor het zonde is deze te gebruiken. Het is daarom het beste om droge kruiden in de slowcooker te gebruiken; deze geven veel meer smaak aan de gerechten.

Wil je toch graag verse kruiden als bijvoorbeeld dille of basilicum toevoegen, doe dit dan als het gerecht bijna uit de slowcooker kan worden gehaald. Door de kruiden op het laatste moment toe te voegen, kunnen ze nog even meesudderen en zijn ze nog vol van smaak bij het eten van je gerecht.

Als je deze specerijen het juiste moment aanbrengt, zijn ze een heerlijke toevoeging aan je maaltijd.

Als je een recept met alcohol gebruikt, moet je ook even goed opletten. Dit werkt anders dan in een pan, waar door de hoge temperatuur die bereikt wordt de alcohol na verloop van tijd verdampt. Als je een scheut rode wijn toevoegt aan je pan tomatensaus, zit er dan ook in principe geen alcohol meer in het gerecht als het eenmaal opgediend wordt.

Bij een slowcooker werkt dit anders. Omdat de deksel de hele bereidingstijd op de pan blijft zitten, blijft de alcohol ook ín de saus. De smaak van alcohol kan dan al snel te overheersend zijn. Houd daar rekening mee als je dranken als wodka of wijn toevoegt aan jouw slowcooker gerecht.

Niet alleen kruiden, maar ook melkproducten moet je niet te snel toevoegen aan je slowcooker gerechten. In het geval van melkproducten is dit zelfs nog van groter belang. Deze kunnen namelijk gaan schiften, waardoor de smaak van je gerecht danig verpest kan worden.

Voeg dus niet te gauw van dit soort ingrediënten toe, en weersta de verleiding om bijvoorbeeld slagroom al te snel toe te voegen aan je pastasaus, zodat deze gelijk lekker romig is. Wacht hiermee tot een kwartier, misschien een half uurtje voor het opscheppen, zodat het zuivelproduct zich toch nog even kan mengen met de rest van het eten, zonder te gaan schiften.

Ook in ontbijtrecepten vind je vaak zuivelproducten. Deze kunnen dus prima in slowcookers, maar pas op met de timing en het gebruik hiervan. Melkproducten horen nu eenmaal bij de lastigste ingrediënten in een recept voor slowcookers, en je zou bepaald niet de eerste zijn die hier een beginnersfout mee maakt.

In een eerdere tip benoemden we het al even: je kunt een slowcooker een beetje vergelijken met een oven. En je hebt vast wel gemerkt, dat het garen van bevroren voedsel in de oven geen goed idee is, tenzij je de rest van de dag echt helemaal niets meer te doen hebt. Feit is, dat als je bevroren eten zo vanuit de vriezer toevoegt aan een oven, het nog langer duurt voordat jouw culinaire hoogstandje gaar is.

Om dezelfde reden is het dan ook geen goed idee om bevroren vlees, zoals bevroren kip, in je slowcooker te gebruiken. Het vlees zal dan niet goed of veilig garen, met alle mogelijke problemen van dien.

Zoals eerder gezegd: je kunt een stukje kip of vlees van tevoren beter ontdooien en ook even aanbraden of aanbakken, zodat deze niet meer bevroren of helemaal rauw is. Zeker als je in het gerecht een groot stuk vlees of een hele kip gebruikt, kan het anders eindeloos duren voordat je daadwerkelijk met vork en mes aan de slag kunt gaan.

Houd bij dit alles ook goed je recept in de gaten. In recepten kun je namelijk vaak lezen of en hoe lang je het beste je eten van tevoren even kunt garen. Als je je hieraan houdt, weet je zeker dat je geen gekke ziektes oploopt als je je familie verrast met een gebraden kip of een pasta primavera uit de slowcooker.

Een van de meest gemaakte beginnersfouten die nieuwe gebruikers van de slowcooker maken, is het op onjuiste manier opbouwen van het gerecht in de slowcooker. Je moet weten: alle ingrediënten krijgen hun eigen plek in de slowcooker. Zij die er het langst over doen om gaar te worden, moeten daarbij onder in de slowcooker liggen.

Een slowcooker werkt namelijk zo, dat het verwarmingselement onder in het apparaat zit. Als de slowcooker aanstaat, komt de warmte dus eerst langs het onderste ingrediënt. Helemaal aan het eind, dus boven in de slowcooker, komt de warmte minder snel. Als je juist daar ingrediënten hebt liggen die het langst nodig hebben om gaar te worden, is je opbouw dus niet goed.

Leg daarom de onderdelen die het langst nodig hebben om gaar te worden onder in de slowcooker. Meestal zijn dit de harde groenten, zoals wortel of aardappels. Doe je dit niet, dan worden deze niet gaar en blijft je worteltje hard bij het serveren.

Misschien heb je wel een slowcooker aangeschaft omdat je dan, net als met een airfryer, minder boter en olie in je eten hoeft te gebruiken. En inderdaad is het verminderen van de hoeveelheid vet die je moet toevoegen bij het bereiden van je maaltijd een groot voordeel van dergelijke producten.

Toch is het goed om je slowcooker in te vetten. Doe je dit namelijk niet, dan zal het na je heerlijke slowcook-lasagne of een van je beroemde stoofschotels nog een hele klus zijn om de pan weer schoon te krijgen. En dat terwijl je door het koken met een slowcooker juist voor gemak had gekozen.

Vet daarom bij voorkeur de binnenpan even in met olie of bakspray. Dit geldt vooral voor slowcookers met een keramische binnenpan.

De meeste slowcookers hebben twee standen. De hoge, dus high stand, zorgt ervoor dat de slowcooker een stuk sneller verwarmt dan als je deze op stand low of laag hebt staan. Als je stand high hebt ingesteld, gaat het op temperatuur komen van de inhoud van de slowcooker dus ook een stuk sneller.

Gebruik stand high daarom vooral als je over niet al te lange tijd wilt eten en de kooktijd beperkt wilt houden. Kun je langer wachten, dan kun je ervoor kiezen de maaltijd langer te garen op stand low. Deze lange kooktijd kun je desgewenst zelfs uitrekken tot de hele dag of nacht.

Om goed te kunnen koken in je slowcooker, heeft het apparaat vocht nodig. Het meeste van dit vocht zit al in de ingrediënten waarmee je werkt. In bijna alles, of je het nu hebt over groenten, aardappels of vlees, zit namelijk water. Daardoor hoef je meestal niet zoveel extra vocht toe te voegen, maar een beetje vocht kan soms toch handig zijn voor het beste resultaat.

Het is namelijk belangrijk om de vochtbalans in je gerechten precies goed te krijgen, en dan hebben we het niet alleen over waterige gerechten als bouillon of soep. Ook als je met steviger texturen aan het koken bent, is het belangrijk om goed over de juiste vochtbalans na te denken.

De hoeveelheid vocht die je toe moet voegen hangt helemaal af van het recept en de ingrediënten. Bedenk wel goed dat als je halverwege vocht toe moet voegen en dus de deksel van de slowcooker haalt, je bereidingstijd met een half uur wordt verlengd.